R1-Zuid en tunnelveiligheid
Om de zuidelijke Ring (van knoop Zuid tot en met de knoop met de E313) te kunnen overkappen, is een grondige herinrichting van de autosnelweg noodzakelijk: de Ring moet hier veiliger én vlotter worden. Er moet een goede balans gevonden worden tussen ruimtelijke kwaliteit (bestaand en nieuw groen, afstand tot woningen ...) en de robuustheid van het verkeerssysteem (bepaling van de breedte van de vernieuwde snelweg).
De studie vertrekt van het verkeerssysteem dat Ringland voorstelde en verder is uitgewerkt in de ‘wedstrijdvariant’ van ARUP. Doorgaand en stadsregionaal verkeer worden daarbij gescheiden vanaf het aansluitingscomplex E19 tot en met het aansluitingscomplex E313. In deze vervolgstudie worden een aantal onopgeloste vragen onderzocht, en wordt het ontwerp verder uitgewerkt en bepaald.
Daarnaast wordt ook de veiligheid van het volledige snelwegsysteem onderzocht: zowel voor de R1-Zuid als voor de overgangen naar het westelijk en noordelijk gedeelte, met daarin Knoop Zuid en de Oosterweelverbinding. Daar komt zowel tunnelveiligheid, verkeersveiligheid als verkeersmanagement bij kijken. Daarbij wordt rekening gehouden met een maximale overkapping in de toekomst.
De Ring krijgt grote hoeveelheden verkeer te verwerken en er zijn veel op- en afritten. Door de nabijheid van de haven rijden er bovendien relatief veel vrachtwagens met gevaarlijke producten, ook al wordt het merendeel van dat verkeer op termijn omgeleid via de A102. Om de schade en het aantal slachtoffers bij een ongeval in de tunnel te beperken, wordt een maximale tunnellengte bepaald. Als brand zou ontstaan, kan er een gevaarlijke combinatie van rookgassen en hitte vrijkomen. Openingen tussen de tunneldelen moeten ervoor zorgen dat een grote wolk rook, gas of hitte snel kan ontsnappen. In deze studie wordt verder onderzocht hoe de openingen geminimaliseerd kunnen worden. De smallere tunnels van het gescheiden verkeerssysteem helpen niet alleen om het verkeer veiliger te maken, ze bieden ook extra kansen voor de overkapping.
Van wanneer tot wanneer loopt de studie?
Agentschap Wegen en Verkeer bekijkt samen met de intendant de scope van de studieopdracht. Dra deze bepaald is kan de studie uitgevoerd worden.
Wie voert de studie uit?
Agentschap Wegen en Verkeer is de opdrachtgever. De studie wordt mee begeleid door Team Intendant en onder andere stad Antwerpen, het team verkeersmodellen van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken en afgevaardigden van de burgberbewegingen.
Wie is betrokken bij het onderzoek?
We boeken de beste resultaten als we mensen met verschillende achtergronden samen rond de tafel zetten: ontwerpers en wetenschappers, technische experten en burgers. In de ‘werkbanken’ komen al deze actoren samen om te overleggen, te tekenen en te rekenen.
Het team dat aangesteld wordt voor deze studie zal ook nauw moeten samenwerken met de ontwerpteams van de Ringparken, in het bijzonder met die van Ringpark Groene Vesten.
Wat levert de studie concreet op?
- Een aangepast snelwegontwerp voor de zuidelijke Ring met een verkeerssysteem waarbij doorgaand en stadsregionaal verkeer gescheiden worden. Daarbij wordt ook bepaald welke op- en afritten behouden blijven of toegevoegd worden voor elk van beide stromen. De studie bekijkt ook op welke manier de aansluiting met de E313 gebeurt, waar en hoeveel de Ring verbreed wordt en hoe dat alles gefaseerd kan worden.
- Idealiter lukt het om in de planning enkele onderdelen naar voor te schuiven: zo zou het rechttrekken van de op- en afrit aan de Plantin- Moretuslei/Luitenant Lippenslaan heel wat ruimte kunnen opleveren voor Ringpark Groene Vesten.
- De deelstudie over veiligheid moet er voor zorgen dat meteen duidelijk is welke delen van de gehele Ring (extra) overkapt kunnen worden in de toekomst – of waar er nog steeds openingen noodzakelijk blijven
Momenteel is er enkel budget voorzien voor de studie van de R1-Zuid. De heraanleg zelf is op dit moment nog niet geraamd, noch opgenomen in de planning of begrotingsbudgetten.